Volkstuinieren

Met dank aan Rika Verhoef voor onderstaande samenvatting.

We hebben gezamenlijk een aantal uitdagingen als volkstuinders: hoe kunnen we blijven tuinieren in deze jaren waarin we alle zeilen moeten bijzetten om de bodem gezond te houden en de klimaatverandering periodes met veel regen brengt, kou in april en droogte in de zomer? Hoe gaan we op een voor alle partijen acceptabele manier mee met nieuwe ontwikkelingen op deze volkstuin, met ontwikkelingen in het algemeen over volkstuinieren en met klimaatverandering. Er is verschil in ideeën, wensen en werkwijze tussen nieuwe en langer zittende tuiniers, maar ook verschil in kennis en ervaring. We kunnen leren van elkaar.

Er is verschil in ideeën, wensen en werkwijze tussen nieuwe en langer zittende tuiniers, maar ook verschil in kennis en ervaring. We kunnen leren van elkaar.

  • Hoe houden we nieuwe leden vast en betrokken?
  • Hoe voorkomen we vastroesten in achterhaalde ideeën?
  • Hoe gaan we om met klimaatverandering (warmte, droogte en natte periodes)?
  • Wat doen we met superdroge zomers?

Nieuwe leden beginnen enthousiast, maar worden vaak overvallen door het onkruid en het werk. (Dat leerproces hebben overigens de meesten van ons wel meegemaakt, maar dat zijn we door de jarenlange ervaring een beetje vergeten.) Daar komt bij dat juist de laatste 20 jaar de maatschappij sterk aan het veranderen is. Jongere leden besteden minder tijd aan de volkstuin omdat die vrije tijd in hun agenda moet worden verdeeld tussen kinderen, sport, sociale contacten en hobby’s zoals de tuin. Ze hebben ook andere ideeën over de invulling van hun perceel en het tuinwerk. 

Tweeverdieners met kinderen die overal naar toe moeten worden gebracht, een rijk sociaal leven, ver weg van familie. Alles moet snel en ze geven gemakkelijk op als er niet snel genoeg resultaat is. 

In de hele maatschappij is de mentaliteit veranderd, de maatschappelijke druk is veel groter en een rijk sociaal leven is de norm. Dat uit zich (sterk gegeneraliseerd) op de volkstuin in snelheid van werken, minder geduld, oppervlakkigheid, minder tijd voor en op de tuin, in het tuinseizoen wekenlang op vakantie gaan en een ander gebruik van het perceel.

Informatie komt niet langer uit tuinboeken maar ook van internet.
Internet biedt een overload aan informatie, maar allemaal stukjes, bijna nooit het hele verhaal compleet zodat je een overzicht hebt. Daar komt bij dat er veel verschillende informatie wordt verspreid, waarbij het een het ander tegenspreekt. Er staat ook veel onzin tussen, dus zoek de sites op waar reële informatie te vinden is. Er wordt vaak heel beperkt en selectief gezocht waarbij wordt ingegaan op heel mooie resultaten, maar het werk dat daaraan vooraf moet gaan, zie je dan niet. Het gaat altijd over planten, bloemen, oogsten en bijna nooit over het werk aan de bodem, terwijl dat toch de basis is van het tuinieren. 

Wat vraagt een volkstuin?
Feitelijk (afhankelijk van wat je wilt) volgens de laatste inzichten
Volgens bestuur en reglementen van de vereniging
Volgens langer zittende leden
Volgens nieuwere leden

  • Onderhoud van je perceel
  • Vrijwilligerswerk op het complex
  • Ecologisch tuinieren
  • Ziektevrij tuinieren zonder pesticiden

En tegenwoordig heel belangrijk:

  • Zorg voor de bodem en het bodemleven en 
  • Omgaan met klimaatverandering die soms lange tijden regen veroorzaakt en bloedhete en krukdroge zomers. 

Er zijn andere inzichten vanuit wetenschap over manier van bewerken van de grond, en telen van de gewassen, bestrijden van ongewenste planten en dieren, enz.

Er is een grotere variatie in volkstuinders (jong en oud, uit verschillende landen, werkend en met pensioen, veel en weinig ervaring, veel en weinig zin in verenigingsleven)
Grotere variatie in gewassen
Andere ideeën en gewoontes
Andere informatiebronnen (internet)
Verschil in te besteden tijd
De tuin is geen noodzaak meer (hoewel dat wel weer mee gaat spelen) maar hobby (of een van de hobby’s). 
Redenen om te willen volkstuinieren: trend terug naar de natuur, maar met een losse benadering, ecologische werken staat hoog in het vaandel, dus duurzaam omgaan met de spullen, biologisch kunnen eten, kinderen laten zien hoe iets groeit, vrienden op bezoek en samen tijd doorbrengen en eten, maar nu ook wel weer de prijzen van groente en fruit in de winkel. 

Nieuwe inzichten:
Ecologisch tuinieren, zonder gif (ook geen ecostyle), met biologisch zaad en biologische bloembollen
Permacultuur is een grote trend
Grond met rust laten, niet spitten
Compost gebruiken en mulchen
Combinatieteelt toepassen of zelfs eetbare siertuin of schijnbare chaos
Water vasthouden
Biodiversiteit bevorderen
Aandacht voor de bodem en het bodemleven
Duurzaamheid, aarde doorgeven aan je kinderen en kleinkinderen
Rommelhoekjes worden gepromoot
Tuin niet winterklaar maken. Laat de vogels de zaden opeten uit de uitgebloeide vaste planten, daarmee blijven ze ook om de rupsen uit jouw groente op te eten en zorg voor schuilgelegenheid voor insecten (o.a. het lieveheersbeestje dat je helpt door de luizen op te eten). 
Ontspanning naast inspanning (werken met handen naast hoofd)
Eetbare bloemen, wilde planten en onkruid zijn gewenst op een volkstuin, vanwege de biodiversiteit.

Het lijkt soms een soort generatieconflict op de volkstuin, maar eigenlijk is het dat niet. Het is een verschil in behoeften, inzicht, kennis en ervaring. 

Start met de bodem. Dat is echt de basis voor alles.

Zorg voor de bodem door hem met rust te laten. Composteren en mulchen bovenop de grond = voeden en vocht vasthouden
Schoffelen af en toe heel oppervlakkig (1x schoffelen = 2x water geven, want het houdt de capillaire werking van de bodem in stand)
Niet spitten, anders verstoor je het bodemleven. 
Niet op de grond lopen, want daarmee verdicht je de grond en wordt er minder zuurstof en vocht vastgehouden.
Voed je bodem, niet je planten. Als de bodem goed is, halen de planten daar hun voeding vandaan. 
Onkruid zegt iets over de bodemgesteldheid, bijv. veel brandnetel, bramen, grassen of akkerdistel betekent dat er veel stikstof in de bodem zit. Heermoes wijst op ondoordringbare lagen in de bodem. 

Bodemorganismen heb je in twee soorten:
– Bodemflora (bacteriën, schimmels, mycorrhiza, algen).
– Bodemfauna (regenwormen, rondwormen, mijten, mol, enz.).

Zorg voor voeding van de bodem door composteren en mulchen, maak de bodem alleen heel oppervlakkig los door te schoffelen, verbeter de bodemstructuur en zorg voor het bodemleven, dan krijg je openingen en gangetjes in de bodem waardoor water langer in de bovenlaag van de bodem blijft hangen en er zuurstof bij de wortels van de planten komt.

Water geven

  • Gebruik regenwater (bevat geen kalk)
  • Vang regenwater op in een regenton of ondergrondse tank
  • Geef geen water in de volle zon en sproei zeker niet in de zon
  • Geef water wanneer het nodig is, bij echt warm weer om de 2 à 3 dagen 
  • Geef water dicht bij de grond, anders verdampt het te veel
  • Geef niet te veel water
  • Train je planten om diep te wortelen
  • Meer groen, minder tegels of in ieder geval waterdoorlatende verharding
  • Terras laten aflopen en tuin laten aflopen
  • Een wadi maken, dat is een natuurlijke groenstrook/greppel van waaruit het water langzaam de bodem in zakt
  • Geef in de avond water of in de vroege ochtend
  • Geef water bij de wortels (bloempot bij de plant ingraven en daarin gieten)

Hoe weet je welke keuzes je kunt en moet maken en wat voor jou in jouw tuin een goede werkwijze is? Hoe kom je verder? Maak notities van wat je hebt gedaan en welk resultaat je daarmee hebt bereikt.