Huishoudelijk reglement

HUISHOUDELIJK REGLEMENT (Goedgekeurd in de ALV van 5 augustus 2021)

A. ALGEMEEN

1. Het huishoudelijk reglement is samengesteld overeenkomstig het bepaalde in de Statuten van de vereniging en is met instemming van de Algemene Ledenvergadering op 5 augustus 2021 in zijn huidige vorm en inhoud vastgesteld.

Aan elk lid wordt bij de start van de huur een kopie van het Huishoudelijk Reglement uitgereikt per mail; ieder lid wordt derhalve geacht op de hoogte te zijn van de daarin vermelde bepalingen en verbindt zich deze na te leven. Een kopie van het Huishoudelijk Reglement en de Statuten van de Volkstuinvereniging staan op de site van de VTV en kunnen daar door de leden worden ingezien.

2. In alle gevallen waarin het huishoudelijk reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

3. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar.

4. Bestuursleden en of door hen aangewezen functionarissen hebben te allen tijde toegang tot de tuinen op het complex zulks onder meer voor controle op de naleving van het huishoudelijk reglement dan wel voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van onderhoud of indien anderszins noodzakelijk.

5. Het bestuur stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor schade toegebracht aan goederen, percelen en of gewassen, opstallen en of kassen van de leden, ook niet voor die gevallen die voortkomen uit enig nalatig handelen van een lid tegen wettelijke voorschriften. Voor schade veroorzaakt als gevolg van handelen door of namens het bestuur, is het bestuur wel aansprakelijk.

6. Kosten ontstaan door het niet naleven, door de leden, van de verplichtingen vastgelegd in het huishoudelijk reglement of de Statuten, worden op de betreffende leden verhaald. Ook de kosten die het bestuur door nalatigheden van de leden is gedwongen te maken, zullen aan de betreffende leden worden doorberekend.

7. Het bestuur kan van de leden verlangen werkzaamheden te verrichten die in het algemeen belang zijn van de leden en of de vereniging. Voor zodanige werkzaamheden bestaat een zogenaamde “vrijwilligers-verzekering” waarvoor de gemeente zich verantwoordelijk stelt.

B. LIDMAATSCHAP EN TUINTOEWIJZING

1. Meerderjarige personen kunnen in aanmerking komen voor de huur van een perceel door zich na kennismaking schriftelijk aan te melden. Kandidaat-leden worden zo nodig op de wachtlijst geplaatst.

2. Het bestuur regelt de uitgifte van de percelen. Bij meer aanvragen dan beschikbare percelen hanteert het bestuur een wachtlijst. Bij het toewijzen van een perceel zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de wensen van het kandidaat-lid. De grootte van de uit te geven percelen is in het eerste jaar minimaal 50 m2 en maximaal 100 m2. Na het eerste jaar kan dit worden verhoogd naar maximaal 200 m2 indien er percelen beschikbaar zijn.

Het bestuur bepaalt afhankelijk van de omstandigheden of en hoe op deze regel uitzonderingen moeten c.q. kunnen worden gemaakt.

a) Van interne perceel-ruil kan uitsluitend sprake zijn na schriftelijke goedkeuring door het bestuur. Afspraken tussen tuinders onderling hebben geen rechtsgeldigheid.

b) Als een lid gebruik wil maken van interne perceel-ruil dient hij/zij de tuin die hij/zij verlaat, schoon en vrij van opstallen etc. op te leveren.

Pas dan komt hij/zij in aanmerking voor een interne ruil van een door de tuinder beoogd perceel.

c) In gebruik nemen van een perceel, geheel of gedeeltelijk, door een ander dan de huurder is niet toegestaan.

3. Een kandidaat-lid is pas lid van de vereniging als hij/zij het toegewezen perceel heeft geaccepteerd, de huursom en de contributie voor het lopende jaar heeft betaald en de eenmalige waarborgsom heeft betaald: voor een perceel van totaal 50 – 100 m2 geldt een waarborgsom van €50,00; voor gehuurde percelen (met een totaal) tussen 100 en 200 m2 geldt een waarborgsom van €100 voor nieuwe huurders per 01-01-2022.

Contributie en lidmaatschap worden telkens voor het lopende jaar in rekening gebracht. De betaalde borg wordt terugbetaald bij beëindiging van het lidmaatschap, als aan de voorwaarden, een opgeschoond perceel en teruggave van de verstrekte sleutel(s) is voldaan. Indien een deel van de tuin wordt ontruimd wordt de waarborgsom overeenkomstig aangepast en geretourneerd.

4. Beëindiging van het lidmaatschap dient schriftelijk te geschieden, en wel 4 weken voor het einde van het verenigingsjaar.

Pachtgelden en contributies worden over een afgebroken lidmaatschapsjaar nooit gerestitueerd.

De huurder dient de tuin schoon op te leveren en de sleutel(s) van het toegangshek + materiaalhok in te leveren.

Alleen indien aan vorenstaande voorwaarden is voldaan, zal de waarborgsom worden terugbetaald. (Zie ook punt B.3.)

5. Indien naar oordeel van het bestuur sprake is van slecht onderhoud van het gehuurde perceel dan wel bij ontheffing / ontzetting uit het lidmaatschap van de zijde van het bestuur, wordt de waarborgsom niet terugbetaald.

Is er naar oordeel van het bestuur sprake geweest van herhaaldelijk slecht onderhoud (en dus overtreding van de regels van het Huishoudelijk Reglement), dan zal aan deze tuinder in het daarop volgende jaar geen tuin meer worden aangeboden.

6. Toegang tot het tuinencomplex hebben alleen de leden, hun gezinsleden en invités. Indien een vervanger nodig is voor werkzaamheden in de tuin, bijvoorbeeld bij ziekte of vakantie, dient het bestuur hiervan in kennis te worden gesteld.

C. TUININRICHTING EN TECHNISCH GEBRUIK

1. Voor het onderhoud aan de haag (breedte haag nadat ze is volgroeid is max. 60 cm) rondom het complex dient een strook grond ter breedte van ca. 90 cm ten allen tijde te worden vrijgehouden als onderhoudspad. Opslag van materialen op die strook is niet toegestaan.

Totale breedte van haag plus werkpad is derhalve 150 cm vanaf de erfgrens.

De middenpaden – breed 1,50 m – dienen gedurende het hele jaar vrij te zijn van begroeiing en overhangende takken.

2. Het complex is het gehele jaar toegankelijk van zonsopkomst tot zonsondergang. Voor het openen en sluiten van de toegangspoort, het opberghok of materiaalhok wordt de leden een sleutel ter beschikking gesteld. Zij dienen er voor te zorgen dat deze na gebruik weer goed worden afgesloten. De tuinder die als laatste het complex verlaat is verantwoordelijk voor het ordentelijk afsluiten van het materialen-hok en van de toegangspoort van het complex.

3. De huurder

a). is verantwoordelijk voor het goed en ordelijk gebruik van zijn perceel;

b). mag het perceel niet onderverhuren of iemand anders in gebruik geven;

c). dient bij langdurige afwezigheid en vakantie zelf voor vervanging zorg te dragen.

Van de wijze van vervanging dient melding te worden gemaakt aan het bestuur.

4. Jaarlijks, vóór 15 april dient de huurder zijn perceel vrij te maken van grof onkruid, koolstronken en of soortgelijke restanten van het vorige jaar.

De aan het perceel grenzende paden moeten steeds onkruidvrij worden gehouden, maar mogen wel voorzien zijn van een grasmat. Er dient dan een 10 cm. brede strook aan de pad-zijde zwart te blijven i.v.m. het voorkomen van onkruidgroei in de haag en omheining.

Ook vergemakkelijkt deze zwarte strook het maaien van de paden.

De paden op het eigen perceel moeten door de huurder zelf onkruidvrij gehouden te worden.

Bonenstaken en andere tuinmaterialen die dienst doen ter tijdelijke ondersteuning van hoog groeiende, eenjarige gewassen (meer dan een meter hoog) dienen uiterlijk 1 oktober zijn opgeruimd en van het perceel verwijderd.

Dit om gevaar en schade bij hevige storm(en) zoveel mogelijk te beperken.

Dergelijke materialen mogen niet op het perceel worden bewaard, maar te worden opgeborgen in het materialenhok.

5. Perceel-grenspalen mogen niet worden beschadigd of worden verplaatst.

Het rondom het complex geplaatste hekwerk moet vrij worden gehouden van obstakels en begroeiing, m.u.v. de door de vereniging aangeplante haag.

6. Het is niet toegestaan greppels te graven door, of langs de paden,  die voor algemeen gebruik bestemd zijn (hoofdpaden).

Let op: in en direct langs de middenpaden liggen van tappunt naar tappunt in een rechte lijn de kunststof leidingen van het beregeningssysteem. Het is niet toegestaan daar dieper dan 30 cm te graven of paaltjes in de grond te staan i.v.m. de kwetsbaarheid van de kunststof leidingen.

7. Tuinafscheidingen mogen niet hoger zijn dan 75 centimeter en te dienen worden uitgevoerd in palen met gladde draad.

Ze mogen geen scherpe delen bevatten, Een “natuurlijke” tuinafscheiding van dezelfde hoogte is toegestaan mits deze geen belemmering of hinder oplevert voor anderen.

8. Afval moet door de huurder zelf worden afgevoerd. Het is niet toegestaan afval in de tuin te verbranden of voor andere doeleinden vuur te stoken op het complex of in de tuin. Uitgezonderd zijn barbecueën en het gebruik van een vuurkorf tijdens een gemeenschappelijke bezigheid.

9. Door de vereniging beschikbaar gestelde gereedschappen kunnen door de leden op het complex worden gebruikt. Na gebruik dienen deze schoongemaakt en in het betreffende materiaalhok te worden opgeborgen.

Het is niet toegestaan de gereedschappen die eigendom zijn van de vereniging mee naar huis te nemen, anders dan ter reparatie.

10. De op het complex ten behoeve van de leden geïnstalleerde toiletgelegenheid dient na gebruik hiervan schoon te worden achtergelaten.

11. Eventuele perceelpoortjes dienen zo te worden geconstrueerd dat deze uitsluitend in de richting van het eigen perceel geopend kunnen worden.

12. Elk jaar tot 1 oktober kunnen de leden hun eventuele wensen tot interne ruil met een ‘vrijkomend’ perceel aan het bestuur kenbaar maken.

13. Om gebruik te mogen en kunnen maken van de watervoorziening en de beregeningsinstallatie dient men er kennis van te hebben genomen van dan wel geïnstrueerd te zijn in de werking en de bediening van het aggregaat dat dient als elektrische voeding van de bronpomp in de waterput ter voorkoming van schade aan de installatie.

Voor de beregening van het eigen perceel dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe geschikte tuinslang met een minimale diameter van 22 mm; tevens dienen bij dit gebruik minimaal 2 tappunten open te staan ter voorkoming van schade aan de installatie.

D. INDIVIDUEEL TUINGEBRUIK

1. Voor het plaatsen van opstallen (kassen en andere teelt-ondersteunende bouwwerken zoals compost-containers) is toestemming van het bestuur vereist. Aan die toestemming kan het bestuur voorwaarden verbinden.

Zo dienen o.a. alle bouwwerken in een lijn met elkaar te worden geplaatst.

2. Indien wordt voldaan aan de daarbij door het bestuur gestelde en hier onder vermelde voorwaarden is geen aparte toestemming vereist voor de volgende bouwsels:

a) een tuinkasje van bescheiden afmetingen zie punt 4.

b) een compostbak of -container, hoogte maximaal 100 cm. oppervlakte maximaal   

        3 m2 en voorzien van lucht doorlatende wanden.

c) een platte bak of kweektunnel, maximale hoogte 70 cm.

3. Voor het plaatsen van kassen en andere dan in vorenstaand punt genoemde bouwsels is te allen tijde overleg te voeren over de locatie en de uitvoering met het bestuur en toestemming van het bestuur vereist.

4. Algemeen voor het bouwen van kassen door het bestuur gestelde voorwaarden zijn:

a) uitvoering in glas, harde kunststof of zachte kunststof (zgn. tunnelkassen),

b) maximale hoogte 250 cm,

c)  maximaal oppervlak 12 m2,

d)  materiaal transparant.

5. De kassen en andere bouwsels moeten minimaal 75 cm. vanaf de perceel-scheidingen gebouwd worden en staan onderling op één lijn, daarnaast mogen ze nooit de groei beïnvloeden van gewassen op naastgelegen percelen noch op een enkele manier hinder veroorzaken aan buren.

Per tuinperceel mag één kas worden geplaatst.

6. Andere bouwsels, tonnen etc. dienen donkergrijs of donkergroen te zijn of in die kleur afgedekt met een zeildoek o.i.d.

Ook andere materialen dienen in donkere kleuren te worden uitgevoerd, om zo veel mogelijk een rustig beeld op het volkstuincomplex te handhaven.

E. REGELS TER VOORKOMING VAN OVERLAST

1. Algemeen geldt dat elk lid ervoor zorgt dat hij/zij noch zijn/haar huisgenoten of vervangers aan andere leden overlast veroorzaken door b.v. geluid, stank, onkruid- en gewasgroei.

2. Uitzaaiende soorten onkruid of wortelonkruid dient te worden bestreden om overlast voor andere tuinders te voorkomen.

3. Het is niet toegestaan om:

a). wettelijk verboden planten c.q. stoffen te verbouwen, ook niet voor eigen gebruik,

b). afval of goederen die geen enkele relatie hebben tot het tuinieren, op de tuin te hebben en of te gebruiken,

c) dieren in de tuin te houden (voorlopig is het houden van bijen hiervan uitgezonderd (besluit bestuur februari 2021) ; het meenemen van honden is slechts toegestaan indien deze kort zijn aangelijnd en op het eigen perceel of aangelijnd op de ‘binnenplaats’ worden gehouden; op het gehele complex geldt een uitlaatverbod,

d) ongevraagd of zonder diens toestemming de tuin van een ander te betreden of op enigerlei wijze iets te doen op diens tuin,

e) onkruid of ongewenste insecten en ongedierte met chemische middelen te bestrijden; het gebruik van kunstmest, pesticiden en andere chemische bestrijdingsmiddelen is verboden. De volkstuinvereniging stimuleert het ecologisch tuinieren, d.w.z. zonder gebruik te maken van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en pesticiden,

f) tussen medio mei en begin oktober ruwe mest of compost op de tuin te hebben
anders dan in de compostbak, tenzij goed afgedekt met aarde of plastic,

g) allerlei bestratingsmaterialen en bouwmaterialen bij of op het tuinencomplex op te slaan. Alleen als deze materialen binnen korte tijd zullen worden gebruikt voor een door het bestuur goedgekeurde klus, kan daarvoor een kortdurende uitzondering worden gemaakt. Stelregel is dat degene die deze materialen heeft aangevoerd, ook verantwoordelijk is voor de opruiming van het overschot of restant.

4. Het hebben van bomen of andere hoog opschietende gewassen is alleen toegestaan als deze geen hinder, bijvoorbeeld groeibelemmering door schaduw, opleveren voor de naastgelegen buren. Voor frambozen, bramen en andere ondergronds kruipende gewassen een dient afstand van minimaal l50 cm. tot enige perceelgrens te worden aangehouden. In het algemeen geldt dat voor het planten van bomen e.d. toestemming van het bestuur is vereist. Wortels van dergelijke gewassen mogen in geen geval de eigen perceelgrens overschrijden.

F. ZIEKTEN EN ONGEDIERTEBESTRIJDING

1. Om plantenziekten streeft het bestuur naar toepassing van ecologische wisselteelt. Tuinders die hiermee nog niet vertrouwd zijn kunnen bij het bestuur hierover informatie vragen. Over het algemeen geldt dat voor het voorkomen van gewasziekten en ongedierte geldt dat plagen beter voorkómen kunnen worden dan dat ze worden bestreden als de ziekte of het ongedierte al aanwezig zijn.

2. Ontdekte gewasziekten en ongedierte dienen tijdig te worden bestreden. Collega-tuinders alsmede het bestuur dienen hierover te worden ingelicht.

3. Voor aardappelen moet een 4-jarige wisselteelt worden moet toegepast. De coloradokever moet worden bestreden door wegvangen (niet door bespuiten).

4. Zieke gewassen en afval daarvan, het loof van aardappelen, van tomatenplanten (dus ook het snoeisel daarvan) en uitgebloeide aspergeplanten moeten van het tuincomplex worden verwijderd en worden afgevoerd.

5. Het is niet toegestaan om ziektes in de planten en de ondergrond te bestrijden met chemische middelen. Het gebruik van biologische middelen is toegestaan.

Ook het gebruik van andere chemische middelen (b.v. kunstmest) is niet toegestaan. Natuurlijke voeding is natuurlijk wel toegestaan.

G. PARKEREN

1. Bij het gebruik van de weg “Kalverweide” wordt de bestuurder van een auto verzocht bij zijn rijsnelheid rekening te houden met veelvuldig aanwezige voetgangers (al of niet met honden) en een aangepaste snelheid te hebben en daarbij ook stofvorming te voorkomen.

2. Parkeren is alleen toegestaan op aangeduide parkeerplekken buiten het complex. Alleen bij overmacht mag elders worden geparkeerd; hierbij dient geen belemmering ten opzichte van overig verkeer (o.a. landbouwverkeer) te worden veroorzaakt.

3. Geordend parkeren (d.i. schuin parkeren) is  noodzakelijk i.v.m. het regelmatig, onverwacht, gelijktijdig komen van meerdere leden.

Voor andere, niet voorziene situaties dient vooraf goedkeuring te worden gevraagd aan het bestuur.

Aldus vastgesteld in de Algemene Leden Vergadering op 5 augustus 2021